Alle berichten van Clientenraad Wsw

Participatiewet faalt: ‘Wie werkt gaat er niet altijd financieel op vooruit’

Het is de afgelopen jaren niet gelukt om meer mensen met een uitkering weer aan het werk te krijgen, dat concludeert het Sociaal Cultureel Planbureau (SCP) in een evaluatie van de Participatiewet. Deze wordt vandaag gepubliceerd. Volgens VVD-kamerlid Judith Tielen loont het binnen de wet niet altijd om te werken, zegt ze in Goedemorgen Nederland op NPO 1.

De wet die in 2015 werd ingevoerd, moest mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt weer aan het werk krijgen. Uit de evaluatie van het SCP blijkt nu dat er voor 440.000 bijstandsgerechtigden die onder de Participatiewet vallen, sinds 2018 nauwelijks iets is veranderd. Van deze 440.000 geeft zestig procent aan langdurig ziek te zijn en hierdoor niet te kunnen werken, terwijl veertig procent wel graag aan de slag wil. Voor zo’n 30.000 jonggehandicapten stegen de baankansen, maar verslechterde de inkomenspositie en kans op een vast contract.

‘Werken loont niet’

Volgens VVD-Tweede Kamerlid Judith Tielen heeft het er mee te maken dat werken, binnen de Participatiewet niet altijd loont. “Als je geen inkomen hebt van jezelf, dan kan je in Nederland op verschillende manieren inkomen krijgen. Bijvoorbeeld via bijstand, dat is om precies rond te kunnen komen. Daarom hebben we in Nederland ook huurtoeslag voor als je in een huis woont waar je huur voor moet betalen. Je hebt zorgtoeslag voor als je je zorgpremie voor je zorgverzekering moet betalen. Maar als je vanuit een uitkering naar een inkomen gaat, dan vervalt dat. Dan ga je er dus op achteruit.”

Tielen pleit ervoor om toeslagen en kortingen beter aan te laten sluiten op de inkomensontwikkeling. “Dat als je meer gaat werken, je er meer aan overhoudt.”

Te makkelijk gedacht

Kim Putters, directeur van het SCP, denkt dat er te makkelijk over de wet is gedacht. “In de praktijk blijkt dat werkgevers wel willen, maar het niet altijd gerealiseerd krijgen. Er is een hele grote groep die moeilijk bemiddelbaar is op de arbeidsmarkt en gemeentes hebben die doelgroep niet altijd op het netvlies.”

Ook is het voor werkgevers juist onduidelijker geworden sinds de Participatiewet. “Zij hebben geen idee op welke wet ze een beroep kunnen doen. Het allerschrijnendste is dat het op dit moment vooral de mensen met minder beperkingen zijn die aan werk komen. De gevallen die het het meest lastig hebben en meer beperkingen hebben, staan aan de kant. Dat zou misschien wel de eerste groep zijn waar de Participatiewet voor op moet komen.”

LCR: ‘Bescherm cliëntenraden tegen vijandige colleges’

‘Bescherm cliëntenraden tegen vijandige colleges’ – Binnenlands Bestuur Sjoerd Willen 26 nov 2018

Gemeenten kunnen kritische cliëntenraden te gemakkelijk laten ontbinden door individuele leden te ontslaan, vinden de Landelijke Cliëntenraad (LCR) en FNV Uitkeringsgerechtigden. De organisaties pleiten er daarom bij staatssecretaris Tamara van Ark (Sociale Zaken en Werkgelegenheid, VVD) voor om de onafhankelijke positie van cliëntenraden beter te laten verankeren in de Participatiewet.

Uitspraak CRvB

Een recente uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (CRvB) is de directe aanleiding van het verzoek aan de staatssecretaris. De CRvB oordeelde in een zaak die door een Amstelveense cliëntenraad, de LCR en FNV was aangespannen dat het college van de gemeente Amstelveen rechtmatig handelde toen zij haar cliëntenraad ontbond naar aanleiding van onbehoorlijk gedrag van twee leden. Volgens de organisaties die de zaak tegen de gemeente aanspanden, had vervanging van de twee desbetreffende leden volstaan.

Machtsmisbruik aan de kaak gesteld

De uitspraak laat volgens de LCR en FNV zien dat gemeenten met alle gemak kritische cliëntenraden het zwijgen kunnen opleggen door die te ontbinden en zelf nieuwe leden te selecteren en te benoemen. De LCR en FNV verwijzen naar een recent rapport waarin de Amstelveense Cliëntenraad felle kritiek uitte op de gang van zaken rondom re-integratietrajecten in de Noord-Hollandse gemeente. Daarin werd ook machtsmisbruik door een klantmanager aan de kaak gesteld. Volgens Jong laat dat rapport zien dat de cliëntenraad haar werk naar behoren deed door tegenwicht te bieden en dat het argument van het college, namelijk dat de cliëntenraad slecht zou functioneren, niet opgaat.  

Onwerkbare relatie als truc

‘Wij signaleren laatste jaren vaker dat kritische cliëntenraadsleden worden weggestuurd als cliëntenraden er naar de smaak van colleges al te stevig in gaan’, vertelt Else Roetering, ambtelijk secretaris bij de LCR. ‘Sommige leden hebben een geestelijke beperking of psychische aandoening en worden dan onder het mom van een onwerkbare relatie aan de kant geschoven. Dat is de truc die dan wordt gebruikt.’ Volgens Roetering worden cliëntenraden als collectief tegen ontbinding beschermd maar legt de wet colleges geen strobreed in de weg om individuele leden weg te sturen. ‘Het gebeurt soms zelfs dat via die route álle leden tegelijk individueel worden ontslagen waardoor een cliëntenraad effectief wordt ontbonden’, aldus Roetering. Zij wijst op een lopende zaak in Alkmaar waarin alle cliënten die zitting hadden in de cliëntenraad (de drie resterende plaatsen waren toebedeeld aan mensen van welzijnsorganisaties) individueel zijn ontslagen.   

Jaknikkers

Of de nieuwe leden die in de plaats van de ontslagen criticasters worden geïnstalleerd overwegend jaknikkers zijn, vindt Roetering moeilijk te zeggen. ‘Waar het om gaat, is dat colleges momenteel wel de mogelijkheid hebben om dat soort mensen in die posities te zetten, terwijl een cliëntenraad tegenwicht moet kunnen bieden. Ons gevoel is bovendien dat de representativiteit van cliëntenraden hieronder lijdt.’

Signalen

Als remedie ziet de LCR graag dat er een wettelijke basis voor een landelijke geschillenregeling wordt toegevoegd aan artikel 47 van de Participatiewet, waarin de cliëntenparticipatie is vastgelegd. Roetering: ‘Er moet een bepaling zijn die er in voorziet dat bij dreiging van een onwerkbare relatie alle contacten tussen cliëntenraad en college landelijk zijn geregeld en niet per gemeente.’ Een woordvoerder van staatssecretaris Van Ark laat weten dat men zich bij het ministerie nog over het verzoek van FNV en de LCR moet buigen. ‘Dit soort signalen wordt altijd serieus genomen’, verzekert zij. 

Het plan: 50.000 beschutte banen. De praktijk na drie jaar: 735 plekken

Het wil maar niet lukken om werk te creëren voor de zwakste groep mensen in Nederland. Ondanks de wettelijke verplichting voor gemeenten dit te doen.

Ingrid Weel– 17:03, 1 februari 2018

Het kabinet Rutte III wil mensen in een kwetsbare positie een betere toekomst geven, schrijft ze in het regeerakkoord. Dat gaat het beste via werk, vindt het kabinet, en dus wil ze dat er niet voor 30.000 maar voor 50.000 mensen zogeheten beschut werk ontstaat. Vooralsnog zijn er in bijna drie jaar tijd slechts 735 banen gerealiseerd.

Dat blijkt uit cijfers van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (UWV) die deze week zijn vrijgegeven. Sinds 2015 mogen mensen niet meer instromen op de sociale werkplaatsen. Gemeenten zouden dat jaar 1600 beschutte werkplekken moeten realiseren voor deze groep mensen, en in 2016 was het doel 3200. Maar in de praktijk kwam er niets van terecht. Eind 2016 werden er 115 plekken geteld. De doelen werden aangepast.

Gemeenten kregen meer tijd, en de ambitie voor 2017 werd naar omlaag bijgesteld, naar 2600 plekken. Dat blijkt nog steeds veel te hoog. Eind september waren er dus nog maar 735 mensen aan het werk op een beschutte plek. Dat betekent dat inmiddels duizenden mensen voor wie een reguliere baan echt te hoog gegrepen is, thuis zitten. Ze vallen tussen wal en schip.

100 miljoen

Gemeenten klagen steen en been dat er te weinig geld is om deze mensen met een beperking aan een baan te helpen. Tegelijkertijd maken de gemeenten het geld dat er is, helemaal niet op. Er was voor de jaren 2016-2020 al 100 miljoen euro extra beschikbaar gesteld voor beschut werk. In 2016 was er maar 1 miljoen euro opgevraagd.

Volgens de boekhouding van enkele gemeenten kan het beschut werk nu zelfs al kostenneutraal worden gedaan. Zo kost iemand op een beschutte werkplek 24.000 euro aan loon, berekende de gemeente Emmen onlangs. Er komt dan nog 8.000 euro aan kosten bij voor het bedrijf voor begeleiding en eventuele aanpassing van de werkplek. Dat is samen 32.000 euro.

Participatiewet

De loonkostensubsidie die de gemeente ontvangt voor iemand die nog heel weinig kan maar wel werkt, is 17.000 euro. Vanuit de Participatiewet ontvangen gemeenten gemiddeld ook nog 8500 euro per persoon per jaar. Dan is er nog een premie voor beschut werk van drieduizend euro en levert de werknemer nog ongeveer voor drieduizend euro aan arbeid op. Dat is samen 31.500 euro, bijna net zo veel als de kosten.

Loonsverhoging cao SW per 1-1-2019 bekend

Het percentage van de loon – prijsontwikkeling (LPO) voor 2018 is bekend: voor dit jaar geldt een percentage van 2,43%. De verhoging van de SW-lonen is gekoppeld aan de LPO. Deze loonsverhoging komt voort uit de cao-onderhandelingen tussen vakbonden (FNV en CNV) en de VNG namens gemeenten. Hieronder kan je vinden wat deze stijging voor jou betekent.

Bij de berekening van het loon in de SW zijn 2 zaken van belang. De LPO en de stijging van het wettelijk minimumloon (WML). Het WML wordt twee keer per jaar, op 1 januari en op 1 juli aangepast. Per 1 juli 2018 is het WML met 1,03% gestegen. Welke gevolgen heeft de LPO nu voor jouw loon per 1 januari 2019?

Verdien je meer dan het wettelijk minimumloon?
Dan gaat jouw loon in januari 2019 structureel met 1,4% omhoog. Deze 1,4% is de LPO, minus de stijging van het WML van juli 2018. Dus 2,43% – 1,03% = 1,4%.

Verdien jij het minimumloon?
Dan krijg je in januari 2019 de wettelijke verhoging van het WML. Per 1 juli 2018 was het WML € 1.594,20 en per 1 januari 2019 wordt dit € 1615,80 een stijging van 1,34%.

De loontabel vanaf januari 2019

Aanpassing bedragen uit de cao
Met de aanpassing van lonen worden ook het bedrag van de eigen bijdrage collectief vervoer en het bedrag van 2010 aangepast.

Eigen bijdrage collectief vervoer (artikel 7.5a cao SW): was €26,61 wordt € 26,98
Bedrag van 2010 (artikel 7.5b cao SW): was € 7,99, wordt € 8,10
Wat is de LPO ook alweer?
LPO is ‘loon – prijsontwikkeling’. Het is extra geld dat de ministeries jaarlijks van het kabinet krijgen om hun taken uit te voeren. Afgesproken is dat het ministerie van SZW de LPO in 2016, 2017 en 2018 uitkeert aan gemeenten. Vervolgens worden de SW-lonen boven WML verhoogd met hetzelfde percentage (zie artikel 5.4 cao SW).
De LPO over 2016: 2,22%
De LPO over 2017: 2,03%
De LPO over 2018: 2,43%

Cao onderhandelingen voor de SW van start

17 december 2018
De VNG en de vakbonden CNV en FNV zijn 12 december 2018 gestart met de onderhandelingen over een nieuwe cao voor de sociale werkvoorziening (cao-SW). De huidige cao loopt eind dit jaar af.

Het eerste overleg verliep constructief en in een prettige sfeer. Naast een eerste verkenning van eenieders inzet zijn er afspraken over het proces gemaakt. Begin 2019 worden de onderhandelingen hervat.

Wettelijke kaders Cliëntenparticipatie

Geschreven door Anita Hütten (08-01-2015) 

  1. Inleiding

Met ingang van 1 januari 2008 moesten alle gemeenten in Nederland volgens de Wet sociale werkvoorziening (Wsw), een vorm van cliëntenparticipatie organiseren. Van de 117 verantwoordelijke gemeenten of werkvoorzieningschappen, kozen de meeste gemeenten voor het instellen van een Wsw-raad (of Cliëntenraad Wsw). Het doel was om in die Wsw-raad ook daadwerkelijk Wsw-gerechtigde kandidaten of hun vertegenwoordigers plaats te laten nemen.  Zij die, op basis van hun ervaringsdeskundigheid en rechtstreeks contact met andere Wsw’ers, gemeenten van advies konden voorzien op beleidsniveau.  Uiteindelijk waren er eind 2009 96 Wsw-raden. [1]

Mede door de komst van de Participatiewet verandert er het een en ander voor cliëntenraden, ook voor Wsw-raden. Is een Wsw-raad nog nodig? Ik benoem de aandachtspunten van de Wet sociale werkvoorziening gecombineerd met de Participatiewet en de Wet maatschappelijke ondersteuning.

Laten we beginnen bij het veel gehoorde woord participatie.

  

  1. Participatie

Participatie betekent volgens het woordenboek: ‘het hebben van aandeel in iets’ of ‘deelname’. Het doel van de participatiesamenleving is dat u als burger deelneemt aan de samenleving. ‘Deelname’, ‘een actieve bijdrage leveren’ en ‘meedoen’, het zijn allemaal woorden die gebruikt worden als we het hebben over participatie. Hieronder bespreek ik twee vormen van participatie waarbij het van belang is dat u als cliëntenraad uw gemeente wijst op het verschil tussen deze twee.

 

  1. Burgerparticipatie[2]

Als u als burger op vrijwillige basis het initiatief neemt om iets in de samenleving te doen noemen we dat burgerparticipatie.  Het idee is dat u als burger meedenkt en meedoet om iets te bereiken in uw wijk of woonplaats. Denk aan het onderhoud van speeltuinen, plantsoenen of andere gezamenlijke acties die de leefbaarheid in een wijk verhogen.

Wanneer u voor uw buurman een boodschap haalt, of een keer de was doet, zou dit ook onder het woord ‘burgerparticipatie’ kunnen vallen. Toch noemen we dat anders. Als u voor een bekende iets doet wat hun leefbaarheid verhoogt dan heet dat mantelzorg. Bij mantelzorg moet u denken aan de ‘mantel der liefde’ waarbij u vrijwillig voor een familielid of vriend zorgt. De overheid wil dat u steeds meer van deze zorg geeft, zodat dit minder gedaan hoeft te worden door professionals. Deze professionals kosten namelijk geld en dat geld is er niet voldoende.

Vanaf 2015 krijgen gemeenten de verantwoordelijkheid over drie wetten:  Jeugdzorg, de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo) en de Participatiewet. Eerst was de landelijke overheid voor al deze wetten verantwoordelijk, het was centraal geregeld in Den Haag. (Centraal betekent op één punt.) Om maatwerk te leveren en beter aan te sluiten bij wat de burger wil, heeft de regering ervoor gekozen om die drie wetten over te dragen aan de gemeenten. Niet centraal in Den Haag dus, maar lokaal in uw gemeente. Dit heet met een ander woord: decentraal. Omdat het over 3 wetten gaat heeft iedereen het over de 3 decentralisaties of 3D’s.

In het kader van die decentralisaties  gaan gemeenten gesprekken voeren met hun burgers. De zogeheten keukentafelgesprekken. Zij gaan bijvoorbeeld met u overleggen wat er nog wél en wat er niet meer door professionals gedaan kan worden als u zorg of ondersteuning nodig hebt. Mocht u bijvoorbeeld zorg nodig hebben via de Wmo 2015, zoals een aanpassing in uw huis of een hulp in de huishouding, dan valt u onder de categorie: cliënt, of klant van de gemeente. Dat brengt ons op de volgende vorm van participatie:

 

  1. Cliëntenparticipatie

Als u als burger gebruik maakt van een wettelijke voorziening, zoals de Wet maatschappelijke ondersteuning (Wmo), de Wet sociale werkvoorziening (Wsw) of de Participatiewet, dan bent u zoals gezegd cliënt. Cliënt van de overheid, en vanaf 2015 cliënt van de gemeente. De overheid zegt dat gemeenten moeten doen aan cliëntenparticipatie. Gemeenten zijn wettelijk verplicht te regelen dat u als cliënt mee kunt praten over het beleid dat zij voeren over de wettelijke voorziening waar u onder valt.

 

 

  1. Cliëntenparticipatie wettelijke kaders

 

Vanaf 2015 zijn er voor een gemeente drie wettelijke vormen van cliëntenparticipatie:  de Wet maatschappelijke ondersteuning 2015, de Wet sociale werkvoorziening en de Participatiewet. Een gemeente moet in een verordening vastleggen hoe zij omgaan met deze wettelijk vastgestelde cliëntenparticipatie. Hieronder de artikelen zoals zij in de betreffende wetten staan:

 

Wet maatschappelijke ondersteuning 2015 [3]

Artikel 2.1.3 lid 3

[De gemeenteraad stelt bij verordening de regels vast]

In de verordening wordt bepaald op welke wijze ingezetenen, waaronder in ieder geval cliënten of hun vertegenwoordigers, worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop zij:

  1. in de gelegenheid worden gesteld voorstellen voor het beleid te doen;
  2. vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;
  3. worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;
  4. deel kunnen nemen aan periodiek overleg;
  5. onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
  6. worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

 

 

Participatiewet [4]

Artikel 47 Cliëntenparticipatie

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de personen, bedoeld in artikel 7, eerste lid, of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop deze personen of hun vertegenwoordigers:

  1. vroegtijdig in staat worden gesteld gevraagd en ongevraagd advies uit te brengen bij de besluitvorming over verordeningen en beleidsvoorstellen;
  2. worden voorzien van ondersteuning om hun rol effectief te kunnen vervullen;
  3. deel kunnen nemen aan periodiek overleg;
  4. onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
  5. worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

 

 

Wet sociale werkvoorziening[5] / Hoofdstuk 2 – De gemeentelijke sociale werkvoorziening

Artikel 2 lid 3

De gemeenteraad stelt bij verordening regels over de wijze waarop de ingezetenen die geïndiceerd zijn of hun vertegenwoordigers worden betrokken bij de uitvoering van deze wet, waarbij in ieder geval wordt geregeld de wijze waarop:

  1. periodiek overleg wordt gevoerd met deze ingezetenen of hun vertegenwoordigers;
  2. deze ingezetenen of vertegenwoordigers onderwerpen voor de agenda van dit overleg kunnen aanmelden;
  3. zij worden voorzien van de voor een adequate deelname aan het overleg benodigde informatie.

 

De vraag is nu hoe uw gemeenteraad omgaat me deze drie vormen van wettelijke cliëntenparticipatie. Elke gemeente mag zelf bepalen hoe zij dat doen, als het maar voldoet aan bovenstaande wettelijk kaders én als zij de regels daarover maar vast leggen in een verordening.

Voor u kan dat betekenen dat u als Wsw-raad samengaat met een Wmo-raad of dat er een samenvoeging is met de oude Wwb-raad (Wet werk en bijstand)in een Participatieraad. Ook kan een gemeente ervoor kiezen om één heel brede raad in het leven te roepen waarbij zij ook andere burgers in deze raad plaats laten nemen. Denk dan aan een armoedeplatform, gehandicaptenplatform, vluchtelingenwerk enzovoorts.

Het kan zelfs zijn dat uw gemeente denkt dat, wanneer zij de mogelijkheid biedt tot burgerparticipatie, zij voldoen aan de opdracht burgers te betrekken bij het beleid. Het mag duidelijk zijn dat dit wettelijk gezien niet mag. Een gemeente moet ook cliënten raadplegen en betrekken bij de uitvoering van de eerder genoemde wetten. Belangrijk daarbij is dat u uw taak, ongeacht in wat voor soort cliëntenraad u zit of komt te zitten, ook onafhankelijk uit kunt voeren en dat dit vaststaat in een verordening cliëntenparticipatie.

 

Tip: Deze onafhankelijkheid kunt u waarborgen door bijvoorbeeld te zorgen voor een onafhankelijk voorzitter en dat u voldoende budget hebt voor scholing. Maar ook dat u uw informatie uit eerste hand krijgt en direct contact kunt leggen met de mensen die voor u belangrijke informatie hebben zoals: uw achterban, beleidsmedewerkers of wethouders, een gemeenteraad of vakbond. Op die manier kunt u uw agenda ook echt zelf samenstellen zoals bedoeld in eerder genoemden wetsartikelen.

 

 

[1] http://www.cedris.nl/Document/wsw-clientparticipatie-web1.pdf (5-12-2014_

[2] http://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/burgerschap/burgerparticipatie (11-11-2014)

[3] http://wetten.overheid.nl/BWBR0035362/geldigheidsdatum_11-11-2014 (11-11-2014)

[4] http://wetten.overheid.nl/BWBR0015703/volledig/geldigheidsdatum_01-01-2015#Opschrift (11-11-2014)

[5] http://wetten.overheid.nl/BWBR0008903/geldigheidsdatum_11-11-2014 (11-11-2014)

Beschut werk verplicht

Bron: Binnenlandsbestuur.nl

KLIJNSMA WACHT NIET LANGER: BESCHUT WERK VERPLICHT

Gemeenten worden verplicht om mensen met een beperking aan werk te helpen. Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaat de wet wijzigen om ervoor te zorgen dat gemeenten mensen met een arbeidsbeperking ook echt aan een zogeheten beschutte werkplek helpen.
 

Gemeenten worden verplicht om mensen met een beperking aan werk te helpen. Staatssecretaris Jetta Klijnsma (Sociale Zaken en Werkgelegenheid) gaat de wet wijzigen om ervoor te zorgen dat gemeenten mensen met een arbeidsbeperking ook echt aan een zogeheten beschutte werkplek helpen.

115 plekken
Klijnsma kondigt dat vrijdag aan. Ze doet dat nadat uit onderzoek van de Inspectie SZW, de voormalige Arbeidsinspectie, naar voren kwam dat gemeenten zeer terughoudend zijn op dit gebied. Een kwart van de gemeenten heeft geen beschut werk. Gemeenten kregen geld om dit jaar 3200 mensen aan werk te helpen, maar volgens het SZW-rapport zijn maar 115 plekken gerealiseerd. Een zorgelijk beeld, vindt de bewindsvrouw.

Streng UWV

‘Gemeenten lopen nu aan tegen te strenge UWV-keuringen waardoor kwetsbare mensen worden afgewezen voor de beschutte werkplek die zij zo hard nodig hebben’, reageert Arjan Vliegenthart, voorzitter van de commissie Werk en Inkomen van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). Er is volgens Vliegenthart bovendien op de lange termijn geen geld voor de werkplekken.

Duivels dilemma

Het Rijk plaatst gemeenten voor een duivels dilemma, waarschuwt de vereniging van leidinggevenden Divosa die zich bezighoudt met integratie en schuldhulpverlening. ‘De keuze om beschut werk verplicht te stellen heeft grote gevolgen voor wie is aangewezen op gemeentelijke ondersteuning. Belangrijkste zorg van gemeenten is dat de structurele financiering voor beschut werk nu niet toereikend is.’ Divosa adviseert de Kamer af te zien van wettelijke verankering en anders voldoende budget ter beschikking te stellen.

SER

De Sociaal-Economische Raad (SER) signaleerde onlangs ook al dat gemeenten nog veel te weinig doen om mensen met een beperking aan werk te helpen. Werkgevers en werknemers stelden vast dat de afbouw van de sociale werkplaatsen waar mensen met een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking voorheen terecht konden, sneller gaat dan het opzetten van alternatieven. (ANP)

Beschut werk 2016

Interessante informatie met betrekking tot beschut werk:

  • Uitleg over wat beschut werk is:

http://www.samenvoordeklant.nl/nieuws/kennisdocument-beschut-werk

https://www.rijksoverheid.nl/onderwerpen/werken-met-arbeidsbeperking/inhoud/beschut-werk-voor-mensen-met-arbeidsbeperking

http://www.divosa.nl/onderwerpen/beschut-werk

 

  • Op 7 juli 2016 organiseerde de Programmaraad het webinar Beschut werk: wat en hoe! Als u deze heeft gemist, kunt u het webinar terugkijken:

http://www.divosa.nl/nieuws/webinar-beschut-werk-terugkijken